Zaalvrouwen gaan voor het feest van het grote onbekende

Leestijd:1 Minuten, 54 Seconden

Gaan voor het allerhoogste. Het is een gezonde karaktertrek die ook bij de vrouwen van het Nederlands zaalvoetbalteam niet ontbreekt. De ploeg van bondscoach Marius Privée bereidt zich voor op de eerste horde richting het Europees kampioenschap van 2019. “Het is het feest van het grote onbekende.”

OnsOranje (Michiel Baas) KNVB Media

In het Noord-Ierse Newry treft Oranje achtereenvolgens Zweden, België en gastland Noord-Ierland. De winnaar van de poule plaatst zich voor de afsluitende kwalificatieronde die in september wordt gespeeld. Daarin zijn Rusland, Kroatië en Slovenië de tegenstanders. Het EK wordt in februari 2019 afgewerkt.

Heroprichting

Een nieuw en spannend avontuur is het voor de zaalvoetbalsters. Sinds de heroprichting van het team, ongeveer een jaar geleden, zijn er flinke stappen gemaakt. Zo werden er verschillende trainingsstages gehouden in Zeist en wedstrijden gespeeld in Portugal en tegen Finland.

“Het was in het begin een beetje onwennig, maar er komen steeds meer automatismen in ons spel”, ziet de 27-jarige Milenca van Ee (foto boven) uit Heerhugowaard. “We hebben veel getraind op het verdedigende aspect. Bij de partijtjes onderling vallen steeds minder doelpunten.”

Motivatie is groot

**Bondscoach Marius Privée (FOTO: KNVB Media)**

Ook bondscoach Marius Privée ziet de vooruitgang. “De speelsters willen heel graag, dat is mooi om te zien. Je ziet tijdens de stages dat bepaalde zaken op de tweede dag al beter worden opgepikt dan de dag ervoor. Denk bijvoorbeeld aan het onder druk zetten van de tegenstander of de communicatie onderling.”

De grote vraag is: is het voldoende? Het merendeel van de landenploegen in Europa is onlangs opgestart en heeft weinig wedstrijden gespeeld. Hierdoor is het lastig om de kwaliteiten in te schatten.

“Het is het feest van het grote onbekende”, zegt Privée. Van Zweden – dinsdag de eerste opponent in Noord-Ierland – heeft hij een aardig beeld. “Ik denk dat we redelijk gelijkwaardig zijn. Een goede start zou heel goed zijn voor het vertrouwen.”

‘Kunnen ver komen’

Met het geloof in eigen kunnen zit het sowieso wel goed. “We gaan voor het hoogst mogelijke”, klinkt Van Ee strijdbaar. “Met dat idee moeten we naar Noord-Ierland gaan. We kunnen de kwaliteiten van de tegenstanders misschien lastig inschatten, maar ik denk dat we ver kunnen komen. Dat zegt mijn gevoel.”